Artikel 11 moet zo begrepen worden dat het bepaalt dat verweren, die volgens de
WAM wel aan de benadeelde kunnen worden tegengeworpen, door de aan de OVS
deelnemende verzekeraars ook aan elkaar kunnen worden tegengeworpen.
Het is naar de mening van de commissie niet noodzakelijk en wenselijk om bij de toepassing van de OVS rekening te houden met het eventueel ontbreken van een vordering van de cascoverzekeraar, bijvoorbeeld op grond van artikel 7:962 lid 3 BW. De OVS is een regeling tussen verzekeraars. Verzekerden vallen buiten het bereik van de OVS. Verhaal op grond van de OVS verstoort niet de relatie tussen verzekerden en doorkruist daarmee niet de bedoeling van artikel 7:962 BW. De werking van de OVS wordt niet ondergraven door in die relatief zeldzame gevallen waarin geen sprake is van een vorderingsrecht, verhaal op grond van de OVS toch toe te staan. Toepassing van de OVS kan aldus helder en eenvoudig worden gehouden.
In de stukken ontbreekt steun dat de tot voorrang verplichte partij 30 meter op de weg had afgelegd. De commissie stelt vast dat hij nog geen 25 meter had afgelegd. De schade valt onder OVS 1 .
De commissie gaat er vanuit dat als de verkeerslichten niet zouden werken, de verkeersregels bepalen dat van rechts komend verkeer voorrang heeft op verkeer dat van links komt.
In de toelichting op de OVS (oud) wordt expliciet vermeld, dat wanneer partijen verdeeld zijn
over de feitelijke omstandigheden waardoor ook een eventuele toepassing van de OVS (oud)
een discussiepunt vormt, bindend adviseurs zich van een oordeel moeten onthouden. Het
geschil gaat dan immers niet over de uitleg van de OVS (oud), maar over de feitelijke
omstandigheden zelf. Kunnen echter de bindend adviseurs op grond van de hen ter
beschikking gestelde gegevens zelf de feiten voldoende vaststellen, dan mogen zij op basis
van die feiten uitspraak doen.
De OVS is niet van
toepassing als niet is vast te stellen wie er door rood licht reed indien beide
bestuurders ontkennen een rood verkeerslicht te hebben genegeerd en niet kan worden
vastgesteld hoe de toedracht werkelijk is geweest.
De commissie constateert dat in hun gezamenlijke eerste lezing partijen geen melding maken
van en ook niet ter discussie stellen dat een van beiden door rood licht gereden zou zijn.
Partijen geven een situatie weer, waarin een van de partijen groen licht krijgt en de kruising
oversteekt, terwijl de andere partij optrok na eerder op de kruising stil te hebben gestaan. Een
later geuite en niet onderbouwde stelling van een van de betrokken partijen dat de ander door
rood licht zou zijn gereden, welke verklaring bovendien ten stelligste wordt ontkend, is
onvoldoende om te concluderen tot een verschil van mening over de feiten.
De commissie stelt vast dat op basis van de overgelegde stukken ervan moet worden
uitgegaan dat beide bestuurders door groen licht gereden zijn en dat de verzekerde van partij
A ten opzicht van de verzekerde van partij B van rechts komt en daarom als
voorrangsgerechtigde moet worden beschouwd.
In 05 GCS-OVS 03
is aangegeven dat een rijstrook- of rijbaanwisseling in de zin van de OVS wordt beschouwd
als een zijdelingse verplaatsing over rijstroken of rijbanen die bestemd zijn om in dezelfde
richting te rijden.
Een rotonde wordt in de zin van de OVS beschouwd als een rechte weg met zijwegen. Deze
rechte weg kent twee rijstroken. Partij A reed over de linker rijstrook en partij B reed over de
rechter rijstrook. Partij A verplaatste zich zijdelings over de rijstroken die bestemd zijn om in
dezelfde richting te rijden en partij A bevond zich niet volledig én in rechte stand op de andere
rijstrook. A wisselde dus van rijstrook. Van rijstrook wisselen is een bijzondere verrichting die
valt onder OVS 1.
Dit was slechts anders geweest als de rotonde niet was verdeeld in rijstroken.
04 gcs ovs 04 GCS OVS 16-09-2004 gedraging gaat voor intentie htm, pdf
Voor de beoordeling hoe men rijdt geldt niet de intentie, maar de feitelijke gedraging
Men slaat pas linksaf indien men van richting verandert om een zijweg of inrit in te slaan, niet wnneer men scheef komt te staan door een remmanoeuvre.
Afstand van verhaal van de middelste verzekeraar op de voorste verzekeraar staat er niet aan in de weg dat de achterste verzekeraar in de kettingbotsing verhaal neemt voor zijn uitkeringen op de voorste verzekeraar als diens verzekerde de aanrijding veroorzaakte.
Een bromfiets die niet op de hoofdweg mag rijden komt niet uit een verboden rijrichting
Voor de beantwoording van de vraag of van een uitrit gesproken kan worden moet degene die uit de weg komt dat kunnen zien, maar ook degene die op de kruisende weg rijdt. Op grond van het bepaalde in de OVS is de mate van schuld van degene die voorrang had niet van belang.
Aangezien nergens in de OVS is bepaald dat de overeenkomst toepassing mist na het plaatsvinden van cessie is de Cie. van mening dat uitgaande van het rechtsbeginsel dat in z'n algemeenheid alle rechten en plichten overgedragen worden ook de rechten en verplichtingen van de OVS in dit geval van toepassing zijn.
Overeenkomsten