Toekomstontwikkeling onderneming vergelijkbaar met resultaat bereikt door vervangers bij omzetting firma in BV. Kosten vervangers in jaarcijfers firma verwerkt. De deskundige heeft opgemerkt dat dit onjuist is en dat de voorschotten aan gedaagde persoonlijk hadden moeten worden uitgekeerd, waardoor deze niet belast zouden zijn geweest. In de feitelijke situatie is niet alleen onnodig veel inkomstenbelasting betaald door gedaagde, maar is bovendien een deel via de winstverdeling aan de echtgenoot toegerekend, aldus de deskundige. dient bij de schadeberekening als uitgangspunt aanknoping gezocht te worden bij het inkomen dat gedaagde daadwerkelijk feitelijk heeft genoten. Dit brengt mee dat bij de bepaling van het feitelijke netto inkomen in de jaren 2000 tot en met 2003 moet worden uitgegaan van de situatie waarin de voorschotten verrekend zijn met de kosten van interim management. Bij de schadeberekening dient echter aanknoping gezocht te worden bij het inkomen dat gedaagde daadwerkelijk heeft genoten. Dit brengt mee dat bij de bepaling van het feitelijke netto inkomen in de jaren 2000 tot en met 2003 moet worden uitgegaan van de situatie waarin de voorschotten verrekend zijn met de kosten van interim management. Het resultaat in de situatie met ongeval moet volledig aan gedaagde worden toegerekend en niet mede aan haar echtgenoot die geen noemenswaardige werkzaamheden in de onderneming had verricht. Dat de echtgenoot als vervanger optrad verandert er niets aan dat hij zijn arbeidsvermogen , elders inkomen had kunnen realiseren. De eigendomsverhoudingen, de winstverdeling en het feitelijk salaris dat aan de echtgenoot is toegekend weerspiegelen niet zonder meer, de waarde van het arbeidsvermogen van gedaagde. Van deze omstandigheden dient daarom bij de begroting van de arbeidsvermogensschade geabstraheerd te worden. Zou dit anders zijn, dan zouden [gedaagde] en haar echtgenoot de omvang van deze schade zelf kunnen beïnvloeden.
verplaatste schade
De vordering van de medefirmant inzake de door hem ten gevolge van de arbeidsongeschiktheid van de gewonde geleden schade wegens verminderde winst komt niet als verplaatste schade voor toewijzing in aanmerking.
Duur ao
Gelet op de aard van het letsel acht het hof het voldoende aannemelijk dat de gewonde enige tijd niet kon werken maar niet gedurende welke periode hij geheel dan wel gedeeltelijk arbeidsongeschikt was. Aangezien het gaat om een tijdelijke en deels partiële arbeidsongeschiktheid voert het naar het oordeel van het hof te ver om dienaangaande een deskundigenonderzoek te gelasten.
Schadevaststelling
Het is een redelijke benadering om de schade te berekenen aan de hand van het aantal niet gewerkte uren, vermenigvuldigd met de gemiddelde kostprijs van ingehuurde ZZP-ers.
Onderneming zou jaarlijks resultaat vanaf 2002 genereren gelijk aan gemiddelde concernresultaat in jaren 1999 t/m 2001 + algemene inflatiecijfers CBS. Van 45-jarige partner met 2 kinderen kan niet verlangd worden passend werk te zoeken. verzekeringsuitkering: waarde verzekering op moment overlijden in mindering op voordeel. Rekening dient te worden gehouden met de waarde van de levensverzekering per overlijdensdatum, welke waarde bestaat uit de in totaal betaalde premies en de rentederving wegens de premiebetaling. Deze waarde levert als gevolg van het overlijden geen voordeel op. De betaalde successiebelasting moet worden aangemerkt als schade, die moet worden verrekend met het opgekomen voordeel uit de ongevallenverzekeringen.
Letselschade directeur/grootaandeelhouder (DGA) lunchroom. De voorzieningenrechter wijst de vordering om (nogmaals) een aanvullend voorschot te betalen af, nu benadeelde haar bedrijf exploiteert via een Engelse rechtspersoon (Limited), zodat de kosten van een vervangende arbeidskracht geen schade van benadeelde is, maar schade van de Limited.
Het feit dat benadeelde schade lijdt is immers een gevolg van haar eigen keuze om in plaats van een salaris te genieten van de Limited genoegen te nemen met een aandeel in de winst.
Voorts valt niet uit te sluiten dat de werkzaamheden van de plaatsvervanger voor het ongeval niet wezenlijk verschilden van de werkzaamheden na het ongeval, in welk geval de kosten van de vervanger niet een gevolg zijn van het ongeval.
Ook is onduidelijk of de schade die slachtoffer als gevolg van het ongeval zelf heeft geleden en nog zal lijden het totaal van de inmiddels verstrekte voorschotten zal overtreffen.
Letselschade van zelfstandige. 1. Verlies arbeidsvermogen: de rechtbank oordeelt op basis van deskundigenbericht dat faillissement in 1995 ongevalsgevolg is; in hypothetische situatie gaat de rechtbank uit van faillissement in 1998. Schade beperkt tot 1998. 2.Verlies zelfwerkzaamheid: op basis van NPP-richtlijn zelfwerkzaamheid. Geen reden voor aftrek op normbedrag dan wel toepassing 50% wegens gedeeltelijke ongeschiktheid. 3. BGK: kosten letselschadeberekening a 13.200 euro niet redelijk. Beperkte waarde rapport vanwege eenzijdige, betwiste uitgangspunten, 6000 euro toegewezen.
Benadeelde, mede-eigenaar van een bouwbedrijf (50% aandelen), raakt door een ongeval in 1995 ruim een jaar (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt. Er vindt een omzetdaling plaats. Benadeelde vordert het waardeverlies van zijn aandelen in de – intussen failliete - vennootschap ten gevolge van de door de vennootschap geleden winstderving, die op haar beurt een gevolg is van het verlies van arbeidsvermogen. Benadeelde stelt dat het bedrijf zonder ongeval een hogere winst zou hebben gerealiseerd. De rechtbank wijst de vordering af. “(…) aangezien het bedrijf thans failliet is (…) zijn de aandelen in het bedrijf in ieder geval nu niets meer waard. (benadeelde) heeft gesteld dat het faillissement niet samenhangt met het ongeval. Dit betekent dat ook indien het ongeval niet had plaatsgevonden het bedrijf in een faillissement zou zijn geëindigd en de waarde van de aandelen van (benadeelde) nihil zou zijn geweest. Voor dit waardeverlies is ZLM niet aansprakelijk te houden. Tussentijds waardeverlies is geen op geld waardeerbare vermogensschade.” aldus de rechtbank.
Onrechtmatig handelen jegens een onderneming impliceert in beginsel geen onrechtmatig handelen jegens een aandeelhouder.
Behalve de benadeelde traden oorspronkelijk als eisers in dit kort geding op: (2) de vennootschap onder firma van eisers 3 en 5, (3) een BV waarvan de benadeelde directeur/aandeelhouder is, (4) nog een andere BV van benadeelde en (5) de medefirmant in eiser 2. De rechtbank verklaarde eisers 4 en 5 niet ontvankelijk, het hof ook nog 2 en 3. In dit kort geding is uitsluitend aan de orde de vordering van de benadeelde zelf van een voorschot op de vergoeding van zijn letselschade. Naar welke maatstaf moet de schade die het gevolg is van arbeidsongeschiktheid worden begroot? Niet een verminderd salaris, evenmin het verlies van een BV of een firma. De waarde van de arbeidscapaciteit van de benadeelde kan op twee manieren worden begroot: ofwel door te begroten in welke mate de benadeelde aan de winst van de onderneming heeft bijgedragen (en nog zou hebben bijgedragen), of door deze waarde uit te drukken in de kosten van vervangende arbeidskrachten.
Bank handelt onzorgvuldig bij beëindiging kredietrelatie met BV, mede als gevolg waarvan aandeelhouder, die bedrijf als levenswerk had opgebouwd, voor te lage prijs zijn aandelen moet verkopen. Anders dan bij HR 2 december 1994, NJ 1995, 288 (Poot/ABP) is in casu aan de orde dat bank jegens aandeelhouder persoonlijk onrechtmatig heeft gehandeld, waardoor niet alleen waarde aandelen is aangetast maar ook - onder druk van bank - tot verkoop op ongunstig tijdstip moest worden overgegaan, zodat schade door waardevermindering definitief ten laste vermogen aandeelhouder is gekomen, terwijl er wegens in privé verstrekte zekerheden bovendien sterke verwevenheid met persoonlijke belangen bestond. Indien juist dat aandeelhouder psychisch beschadigd is geraakt door handelwijze bank, niet meer bij machte is nieuw bedrijf te beginnen en zich onder psychiatrische behandeling moest stellen, in beginsel immateriële schade toewijsbaar
Indien aan een vennootschap door een derde vermogensschade wordt toegebracht door het niet behoorlijk nakomen van contractuele verplichtingen jegens de vennootschap of door gedragingen die tegenover de vennootschap onrechtmatig zijn, heeft alleen de vennootschap het recht uit dien hoofde van de derde vergoeding van deze aan haar toegebrachte schade te vorderen.
De vordering vande werknemer, ook van de dga, op de werkgever is subsidiar aan de vordering van de werkgever op de laedens. Onder loon valt tevens vakantietoeslag en tantième.
De dga heeft evenals de gewone werknemer recht op schadevergoeding van zijn gemist loon.
De BV bespaart zich het salaris en de tantieme. Deze besparing komt als kostenverlaging, de winst ten goede en verhoogt daardoor het dividend resp. de waarde van de aandelen doch slechts voorzover de besparing de waarde van arbeid overtreft, met andere woorden voorzover de dga zijn salaris en tantieme eigenlijk niet waard was, nog anders gezegd: voorzover het uitvallen van de dga minder schade dan besparing voor de BV opleverde. Een besparing bij een te hoog loon komt op de schade in mindering, het tegengestelde dus ook.