Inhoudelijke beoordeling is bij gebrekkig mandaat in omstandigheden mogelijk (CRvB 22 april 1999, AA3961 TAR 1999, 93).
Op administratief beroep dient bestuursorgaan zelf te beslissen. Geen mandaat mogelijk (CBB 24 december 1996 JB 1997, 32).
Bestuursorgaan
heelt onbevoegdheid door besluit te aanvaarden.
Hangende het beroep werden nieuwe mandateringsbesluiten genomen, die ter zitting
van de rechtbank zijn overgelegd. De rechtbank heeft deze besluiten, met verwijzing
naar art. 8:58 AWB, niet geaccepteerd. De Raad overwegen dat deze in situaties
waarin een besluit door een onbevoegd orgaan was genomen, die onbevoegdheid
in tal van gevallen geheeld heeft geacht wanneer het wél bevoegde orgaan met
voldoende duidelijkheid te kennen gaf het betreffende besluit voor zijn rekening
te nemen. Dit laatste doet zich hier voor (Pres. CRvB 21 november 1995 JB
1995, 328).
Een verklaring over
bevoegdheid is onvoldoende.
De omstandigheid dat
achteraf wordt verklaard dat binnen de gemandateerde bevoegdheid werd gehandeld,
vormt een ontoereikende grondslag voor de bevoegdheidsoverdracht (CRvB 4 november
1993 TAR 1994, 5; zie ook ABRS 6 juli 1994 AB 1995, 87; HR 1 juli 1994 NJ
1994, 715).
Vorderingsbesluit mandaat bijstand bevoegdheid
Volgens art. 29a ABW is voor een geldig (sub)mandaatsbesluit door B&W
een machtiging daartoe van de gemeenteraad vereist. Omdat die machtiging ontbreekt
is het terugvorderingsbesluit onbevoegd genomen (Kg Groningen 25-1-1999 Prg
1999, 5137).
Gemeente orgaan wethouder vertegenwoordiging
De gedragingen van een wethouder kunnen een onrechtmatige daad van de gemeente
opleveren wanneer zij in het maatschappelijk verkeer als gedragingen van de
gemeente hebben te gelden.
(HR 06-04-1979 NJ 1980, 34; noot C. Visser. Uit het arrest blijkt dat zulks
mag worden aangenomen als de gedragingen van de wethouder bestaan uit het
doen van uitlatingen in de hoedanigheid van aan hem toevertrouwde aangelegenheden)
Zie ook Hof Den Bosch, 09-11-1992, NJ 1993:
Weliswaar betroffen de uitlatingen een onderwerp dat niet rechtstreeks behoorde
tot de eigen portefeuille van de wethouder van economische zaken maar dat
onderwerp vertoonde in het concrete geval daarmee zo'n nauwe samenhang dat
de wederpartij die uitlatingen mocht beschouwen als namens de gemeente te
zijn gedaan.
Delegatie
Art.
10:13 e.v. AWB
MvT, TK 1993-1994,
23 700, p. 165:
Delegatie is daarentegen een overdracht van bevoegdheid. De verantwoordelijkheid
voor de uitoefening van de overgedragen bevoegdheid berust niet langer bij
de delegans, maar komt bij degene aan wie de bevoegdheid is gedelegeerd te
liggen; deze oefent haar verder zelfstandig uit. Daarmee stemt overeen dat
het delegerende bestuursorgaan de zeggenschap over de wijze van uitoefening
in beginsel kwijt is. (...) De overgedragen bevoegdheid wordt zelfstandig
en op eigen naam uitgeoefend.
Hand. II, TK 1995-1996,
p. 3661
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen de grondwettelijke delegatie van
regelgevende bevoegdheid en delegatie in de zin van de AWB. Delegatie in de
zin van de Grondwet is ruimer en omvat een wetsvoorbehoud. (...) De AWB daarentegen
ziet slechts op overdracht van de aan een bestuursorgaan toekomende bevoegdheid
aan een andere. Het moet dan gaan om bestuursbevoegdheden die door de wetgever
aan een bestuursorgaan zijn geattribueerd.
MvT, TK 1993-1994, 23 700,
p. 178
Bij het overlaten van de bevoegdheidsuitoefening aan ondergeschikten is mandaatverlening
de aangewezen figuur. (...) Dat van ondergeschiktheid bij commissies in het
algemeen geen sprake zal zijn. Delegatie aan een commissie is in de regel
dus niet in strijd met artikel 1A.1.2.2. (10:14).
MvT, TK 1993-1994, 23 700,
p. 181
Het delegatiebesluit zal, anders dan een besluit tot mandaatverlening, veelal
moeten worden gepubliceerd in een officiële publikatie, nu een dergelijk besluit
moet worden gekwalificeerd als een algemeen verbindend voorschrift.